3 juli. Dag 94. 85 done. 197 togo.
De nacht in de auto is zoals je mag verwachten twijfelachtig. Het lijkt een betere optie dan de tent maar een ingeklapte achterbank en een auto op een scheve helling maken geen hemelbed.
Als ik buiten de auto water sta te koken op mijn brandertje komt de ranger voorbij wandelen. Een jonge kerel-in-groen die naar eigen zeggen de ochtend doorbrengt met het patrouilleren van deze vallei. Ons wildkamperen is helemaal oké, hij komt eigenlijk gewoon even gedag zeggen.
Hij vertelt dat er hier wel 1.500 herten zitten. Ik vertel dat we ze hier gisteren in colonne over de Spey river zagen trekken en dat we dus hier zijn gaan kamperen. Hij vindt het helemaal oké.ik vertel dat de herten gewoon doorgingen met grazen en eigenlijk in een cirkel om onze auto zijn getrokken. Opeens is hij heel geïnteresseerd en wil graag weten om hoeveel herten het dan ging. Ik vertel hem een stuk of 100 en hij is blij met de informatie.
Hij vertelt dat er hier op ons plekje veel Corbetts zijn die minder populair zijn omdat ze lager zijn dan de Munro’s maar dus populairder bij de herten. Als wij klimmers van de Munro’s naar de Corbetts komen, trekken de herten naar beneden de vallei in en raken de stalkers onrustig want het gedrag van hun wild verandert. De natuur, één grote cirkel van samenhang.
We rijden na ons ontbijt naar Newtonmore voor boodschappen om dan misschien daar weer een Munro te doen. Kate is echter net als ik schrijver en heeft zo nu en dan behoefte aan een inspiratiedag van lezen en schrijven. Ze schrijft aan twee boeken, fictie.
We stranden bij Antiers Café voor twee dikke bakken koffie. Al snel wordt duidelijk dat we deze dag beide aan onze boeken willen werken. Ik boek het OYO Braeriach hotel voor een dag creative writing.
Inchecken kan vanaf 16 uur. Als we om 14 uur aankomen, stuiten we op de schoonmaakster, een schat van een dame die meteen tevergeefs de eigenaar belt. Ze plant ons in de woonkamer waar we mogen zitten en werken. Ze belt wel even met het meisje dat om 17 uur de incheck doet om te waarschuwen dat we hier zitten.
Datzelfde meisje blijkt een oudere dame die vijf minuten later daar is om ons in onze kamer te laten. Schotse gastvrijheid pur sang.
Ik lees veel als inspiratie, vooral het boek ‘Journeys to impossible places’ van Simon Reeves. Hij is een presentator die reisdocumentaires maakt naar de meest gevaarlijke en afgelegen plaatsen ter wereld. Hij is zeg maar Floortje extravagante. Hij schrijft de meest prachtige boeken over zijn avonturen en na ‘Step by Step’ moet ik dit tweede boek ook lezen.
Kate heeft veel programma’s van hem gezien en laat me via de laptop wat dingen zien. Ik krijg steeds meer zin om mijn Munro’s er doorheen te duwen zodat ik tijd heb om een aantal boeken te schrijven. Inspiratie kom ik niet tekort. Het helpt dat ik in het gezelschap verkeer van iemand die ook graag schrijft en bezig is met dat proces.
De rest van de dag werken we aan onze boeken, kijken de tour en eten. Ik maak een maaltijd, een combinatie van dolmades (gevulde wijnbladeren), pepers gevuld met geitenkaas en baked gigantes beans in olive oil and tomaten sauce gecombineerd met serranoham. Want ja, zo eten mensen die Munros beklimmen. Altijd wat gênant om je hotelkamer te verlaten en alle restanten van een godenmaal achter te laten.
De dag eindigt met de film Nomadland die indruk maakt. Een vrouw van in de zestig begint aan een reis door het Amerikaanse Westen en leeft als een moderne nomade in een bestelwagen nadat ze alles heeft verloren tijdens de Grote Recessie. De film laat je nadenken over de vraag wat thuis is, een camper of een vast huis. Ze reist door de ruige binnenlanden van de VS en leeft temidden van nomaden die er allemaal eenzelfde levensstijl op na houden, veelal niet uit vrije keuze. Ik ga op in de film. Ik heb al een paar jaar geen eigen huis meer en leef uit de rugzak. Het maakt de film een feest der herkenning, al heeft zij dan nog een bus die ze helemaal heeft omgetoverd in haar eigen plekje. Food for thought…



Plaats een reactie