Vandaag is een bijzondere dag. Tijdens mijn Munro Missie stuitte ik op de bus van Jamies Munro Challenge. Jamie is een ultraloopster. Ze is van de buitencategorie. Als je doet wat ik doe weet je hoe beladen Schotse bergen zijn met historie, met prestaties, met heroïek. Menig topper heeft zich hier stuk gelopen, records gezet of zelfs het leven gelaten. De Schotse Hooglanden zijn een arena waar je je meet aan oneindige wildernis, jezelf en uiteindelijk anderen. Er zijn talloze rondjes zoals de Ramsay round van 24 toppen in 24 uur en zo verder. De grootsten hebben zich hier leeggelopen. En nu is er Jamie. Vandaag heeft ze in 30 dagen, 10 uur en 27 minuten de snelste Munro-ronde ooit gemaakt. Ze was 13 uur en 5 minuten sneller dan de snelste man. Ik weet dat want ik ben hetzelfde rondje aan het doen en krijg tientallen berichten vanuit heel Schotland. Ik weet wat ze heeft neergezet en echt ik heb tranen in mijn ogen. Deze dame is een monster, wat zij heeft gedaan is buitencategorie. Het is een hedendaagse ultraloop die diep geworsteld is in de geschiedenis. Ik lees een boek over ultralopen in Schotland getiteld the Call of the mountains, running in the Scottish Highlands en het versterkt enkel wat deze dame neerzet. Mooi hoe ik kan janken om haar. Ze oogt bescheiden maar verslaat alle kerels. I LOVE IT.
In mijn jeugd zag ik sport altijd als een vorm van competitie. Hardlopen was mijn middel om stoom af te blazen toen ik gepest werd op school. Ik lichtte mijn hielen en liet het liefst iedereen het nakijken. Zo nam ik competetief deel aan zeker 1.000 hardloopwedstrijden op de weg, de baan en in het bos.
Pas in 2017 ontdekte ik een andere kant van de sport. Ik omarmde voor het eerst hardlopen als een vorm van avontuur, grote hardloopprojecten en -tochten met bepakking.
Ik realiseerde me dat hoe hard ik ook train, ik nooit die topper zal worden. Ik ben van nature een generalist, een homo universalis en dat maakt dat ik deelnam aan vijf Nederlandse kampioenschappen in vijf verschillende sporten. Als ik me toeleg op één specifieke discipline zal ik vast een behoorlijk niveau halen, maar dat zit niet in mij. Ik ontbeer de discipline en raak snel verveeld.
Ik draaide dus overal leuk mee maar ik zal nooit de beste zijn. Die conclusie zou tot frustratie kunnen leiden. Ik besef me echter dat mijn kracht niet ligt in snel rennen, maar rennen in zwaar terrein, in afgelegen gebieden, onder alle weeromstandigheden, met bepakking, en dat solo. Een leven lang rennen op baan, weg, trail, in de bergen in combinatie met een aantal jaar geven van looptrainingen bieden me de technische vaardigheden en ervaring om uitdagende projecten te verzinnen. Deze combinatie van factoren noem ik ‘hardlopen expedition style’.
Dit besef zorgt ervoor dat ik steeds meer afstand neem van het wedstrijdgebeuren. De pandemie heeft dat nog eens versneld. Liever struin ik urenlang alleen door bossen dan in een file door de straten. Voor mij zit de uitdaging nu niet in een snelle tijd maar in het avontuur, een mix van uitdagingen op allerlei vlakken die me vraagt het beste in mijzelf naar boven te halen. Hardlopen, en sport in het algemeen, is verworden tot een vehikel dat me avontuur brengt en daarmee geluk. Het leven is nu een aaneenschakeling van gave hardloopprojecten op de meest afgelegen plekken waar ik intense ervaringen mag opdoen en uithoeken van de wereld mag verkennen. Er is een wereld opengegaan. Je leert een gebied veel beter kennen als je het verkent middels een extreme uitdaging dan wanneer je er als toerist doorheen rijdt. Je maakt een veel diepere verbinding met natuur, wild, de trails en de energie.
Al veel eerder legde ik me toe op diverse sporten als mountainbiken, triatlon, duatlon, skiën, langlaufen, poolexpedities, SUP en bergtochten. In 2006 startte ik met sportieve projecten die elkaar opvolgen en van hobby is een en ander nu uitgegroeid tot een expeditieleven. Het is verslavend en de ene droom leidt automatisch tot de volgende. Als je een berg beklimt, zie je alle omliggende bergen die er ook aan moeten geloven. Toppensnellen is een vermoeiende aangelegenheid.
In mijn jeugd was er al die terugkerende droom waarin ik in een wit gewaad door de binnenlanden van Spanje ren. Het was een zaadje, een droom die gerealiseerd moest worden. Toen ik in 2018 de Marathon des Sables rende in de oostelijke Sahara, lag ik tijdens de langste etappe van 87 kilometer op mijn rug helemaal alleen in die inmense woestijn naar de oneindige sterrenhemel te kijken en zag ik duidelijk dat het mijn volgende hardlooproject moest worden, rennen van huis naar Santiago de Compostela.
Toen ik enkele dagen later terug in de bewoonde wereld was, lag ik met een koud biertje aan het zwembad in mijn hotel voelde ik me euforisch. Ik deelde ervaringen met de andere deelnemers, ieder zijn of haar kleurrijke verhaal. Aan de ene kant was er de voldoening van het behalen van de finish, aan de andere kant het besef dat nieuwe avonturen alweer in het verschiet liggen.
Als ik terug ben in Nederland volgt echter een telefoontje van mijn hoofdsponsor van de Marathon des Sables, ALLSAFE, met de vraag of ik in september iets te doen heb. Dat is niet het geval en dus word ik gevraagd een groep ondernemers te coachen die 100 kilometer gaat lopen op de Chinese Muur om geld in te zamelen zodat kinderen in Kenia onderwijs kunnen genieten aan twee door ALLSAFE gesteunde scholen. Ondertussen schrijf ik aan mijn boek Rennen voor je Leven over het woestijnavontuur. Santiago raakt even op de lange baan.
Uiteindelijk ziet de hardlooptocht naar Santiago het daglicht op 16 augustus 2021. Ik ren in ongeveer 100 dagen 5.000 kilometer door 10 landen naar Santiago en later Finisterre en Muxia. Het is een hardlooptocht waarmee ik terugren naar mijzelf na een persoonlijke crisis gecombineerd met een pandemie.
De tocht naar Santiago is van een hele andere orde dan die naar Schotland. De tocht naar Santiago is een lineaire, een hele duidelijke missie met een einddoel op de horizon. Elke dag eet je er kilometers vanaf door te rennen door redelijk geciviliseerde gebieden waar eten en drinken voldoende voorhanden zijn. Nergens kom ik door echt afgelegen of gevaarlijk terrein. Dat ligt met de tocht door Schotland wel anders.
Het beklimmen van alle Munro’s is geen lineair project, maar een cyclisch project. Er ligt een gebied met daarin 282 bergen die in willekeurige volgorde beklommen kunnen worden. Alle uitingen over kilometers en hoogtemeters zijn per definitie gissingen. Het project kan 150.000 maar ook 250.000 hoogtemeters behelzen afhankelijk van route. De afgelegen wildernis gecombineerd met de weeromstandigheden maken het project totaal onvoorspelbaar. Ik lees de woorden van een Everest-beklimmer die opmerkt: ‘Het beklimmen van de Everest is een fantastische voorbereiding op de Schotse winter.’ Zelfs mijn twee poolexpedities vind ik meer voorspelbaar dan dit project. Het is minus 20, elke dag, en je hebt al je spullen bij je in je poolslede. Op een Schotse berg tref je een hittegolf of arctische omstandigheden en daar valt vanuit het dal niets over te zeggen. Iedere dag is de vraag of je omhoog gaat en met welke uitrusting.
Het organiseren en uitvoeren van deze missie ervaar ik als het meest complexe project tot nu toe. Als je een berg gaat beklimmen of een poolexpeditie gaat doen, leg je contacten met mensen die het eerder hebben gedaan en je vraagt ze de oren van het hoofd. Als je 282 bergen rennend – en liftend – aan elkaar gaat knopen, vind je vrijwel niemand die hetzelfde heeft gedaan en je van zinnig advies kan voorzien. De voorspelbaarheid is minimaal en er zijn tientallen scenario’s te verzinnen. Eigenlijk weet ik niet waar ik aan begin.
Natuurlijk komt alle ervaring die ik met poolexpedities, Marathon des Sables en Santiago hen opgedaan van pas, maar dit avontuur heeft van nature een heel groot open einde in zich. Waar begin ik? Welke route volg ik? Wat doet het weer? Waar kan ik herbevoorraden? Hoe richt ik mijn noodprocedures in? Hoeveel toppen zijn haalbaar op een dag, en hoe lang houd je dat vol? Werk ik vanuit een basiskamp of trek ik met alles door de Highlands? Wat neem ik mee aan uitrustingstukken? Hoe ga je om met de technische uitdaging te zorgen voor voldoende batterijcapaciteit en oplaadvermogen om te kunnen (blijven) communiceren? Welke kaarten en apps zet je in om te navigeren in de wolken? Hoe ga je om met de logistieke uitdagingen qua voeding en verplaatsingen? Ik kan nog heel lang doorgaan met het verzinnen van vragen en dat maakt dit een immense uitdaging voor iemand die dit solo doet zonder de steun van een lokaal supportteam.
Deze Munro Missie is niet alleen een fysiek uitdagend project. Er ligt een enorme workload vóór de daadwerkelijke expeditie en daarnaast moeten iedere dag beslissingen worden genomen aangaande het weer, wel of niet omhoog gaan, verplaatsingen, voeding en vocht, veiligheid en logistiek. De mentale belasting zie je niet direct maar is een enorme factor. Het voorbereiden en plannen van een expeditie als deze heeft veel weg van het maken van een business plan. Zoeken van financiers, aantrekken van materiaalsponsors, genereren van media-aandacht, opzetten en onderhouden van een website, bijhouden van sociale media, scanerioanalyse inclusief worst case scenario, logistieke planning, omgevingsanalyse, sterkten- en zwakten-analyse, opdoen van materiaalkennis door testen, risicoanalyse en verzekeringen, noodprocedures, communicatie en fysieke en mentale voorbereiding.
Een lang hardloopavontuur behelst in mijn ogen veel meer dan alleen je hardloopschoenen strikken en de ene voet voor de andere zetten. Al zullen er vast mensen zijn die het anders aanpakken en die minder de controlfreak in zich hebben. Niks menselijks is mij vreemd. Misschien zet ik het zwaar aan, maar voorlopig heb ik 84 bergen gerend zonder enige noemenswaardige problemen en tegelijk wel mensen in nood kunnen bijstaan. Een aantal keer zijn mensen de dag voor of nadat ik een berg beklom daar uitgeleden en overleden. Dat waren wandelaars, daar waar ik ren. Liever maar overgeorganiseerd. Het is makkelijk om vanuit de warme woonkamer aan de tekentafel te dromen, belangrijker is dat je met bevroren vingers een bericht kunt versturen via een werkend gps-apparaat als je een enkel hebt gebroken in een storm en in de sneeuw ligt te creperen. Dromen kost geen inspanning, realiseren vraagt offers. Intenties zijn prachtig, maar in een overlevingssituatie gelden acties. Ik ben op zoek naar avontuur, niet naar risico’s en de oplossing ligt in voorbereiding en training.
Ik ben pas op latere leeftijd avonturier geworden omdat ik dacht dat ik het niet kon, dat ik amateur was, daar waar zij professionals waren. De bekende quote is echter ‘experience is a series of near misses’. De kern zit in het woord near. Het moet (net) niet misgaan en daarom moet je hard werken met trainen en voorbereiden. Hoe vaak blijven we echter niet hangen in ‘dat is voor mij niet weggelegd’ waarna we blijven hangen in de baan en de molen van dingen die we al kennen en die dus veilig zijn. Het is het recept om een slachtoffer van uitgesteld geluk te worden.
Tegelijk constateer ik dat het realiseren van je dromen vaak gewoon heel hard werken is. Het is echter wel belonend. Het geeft honderd keer meer voldoening om je comfortzone op te rekken en spannende dingen te doen dan te blijven hangen in wat je al kent, dobberen in de wachtkamer van het leven. Moeilijk is het niet, ook geen kwestie van talent, gewoon hard werken. Stap voor stap. Van de bank komen en gewoon doen.
Ik hoop dat bovenstaand betoog illustreert waarom ik tranen in mijn ogen heb als Jamie in haar record vandaag neerzet. Wat zij heeft gedaan is daadwerkelijk ongelooflijk. Deze blog is een ode aan Jamie.



Plaats een reactie