12 juni. Dag 73. De Sisters of Kintail.
82. Sgurr Fhuaran (1.067m), peak of the spring
83. Sgurr na Carnach (1.002m), rocky peak
84. Sgurr na Ciste Duibhe (1.027m), peak of the dark chest
Ik sta bijtijds op. Ik wil vandaag de Sisters en Brothers van Kintail doen, een graat met zeven toppen. De Five Sisters deed ik twintig jaar geleden al eens met vriend Darius.
Ik loop van de camping naar de weg waar de klim start. Het is drukkend benauwd en ik neem extra veel water mee vandaag. Ik merk in de eerste klim van 1.100 meter al dat het niet voldoende is. Het is vandaag 27 graden en het vocht lekt harder van mijn lijf dan ik kan bijdrinken. Al op de tweede top ben ik door mijn anderhalve liter heen.
Ik ontmoet een familie met twee kinderen. Ook zij lijden onder de hitte. Ze doen mijn tocht in omgekeerde richting en starten hoger. Ze besluiten hun tocht te beperken tot twee toppen. We willen eigenlijk allemaal verder lopen maar pakken deze ontmoeting om er even bij te gaan zitten. We rekken tot het uiterste.
Als ik vertel dat ik lift, blijkt dat ze me gisteren bij de SPAR zagen staan en zich verwonderden over de eerste lifter die ze in jaren gezien hadden. Zij heeft een hersenbloeding gehad en beaamt dat je nu moet leven en niet straks. We snappen elkaar heel goed. Dochterlief moet mijn Instagramaccount onthouden zodat ze me kunnen volgen.
Na de ontmoeting strompel ik loom door. Deze graat laat zich kenmerken door hoge toppen en diepe dalen. Veel tussentoppen en steeds zijn er hoogteverschillen te overwinnen. Op één van de toppen ga ik onderuit liggen en bel Marcel. Vlak na zijn bezoek aan mij in Schotland is hij aangereden op de racefiets en zit onder de schaafwonden en heeft een scheurtje in zijn elleboog. We kletsen tien minuten en dan sleep ik mijzelf weer voort.
De tweede top van vandaag is een speciale, de Sgurr na Carnag die pas in 1997 werd uitgeroepen tot Munro. Ik tik de 82 aan en daarmee ga ik de eentjes in, ofwel minder dan 200 toppen te gaan, een psychologisch dingetje.
Ik ben inmiddels zeker van mijn zaak: Na aantikken van de vijfde zuster en derde Munro laat ik me als een kogel van de graat donderen en is het klaar. Niks zeven toppen vandaag, ik ben uitgeput.
De dalweg ligt duidelijk zichtbaar onder me en middels een kompasstandje laat ik me door hoge heide en graspollen van de berg afvallen. Ik eindig bij een oude stenen brug waar ik even in de rivier kan liggen om af te koelen. Alle natte kleding in de zon en ik in mijn Adamskostuum in de stroom.
Het is 16 kilometer terug naar de camping. Wat ik ook probeer vandaag, niemand neemt me mee. Twee stellen op parkeerplaatsen hebben hun hele achterbank vol en kunnen me dus niet meenemen (een goed pleidooi voor minimalisme). Zelfs als ik me over de smalle N-weg aan de zijkant voortworstel, stopt niemand. Er is geen enkele andere weg. Enkele lolbroeken steken de duim terug op. Dat soort mensen moet je kielhalen onder hun eigen auto.
Na 14 kilometer de Kintail Lodge waar ik een halve liter ijskoud bier naar binnen slobber. Mijn zwarte pet heeft inmiddels geen zoutkringen meer maar is bijkans wit. Weer 30 kilometer weggetrapt en ruim 1.500 hoogtemeters. Vandaag was een killer.
Eenmaal op de camping is daar Kevin van gisterenavond. Hij nodigt me uit bij hem en zijn vrienden, Geddes en Rachel die er staan met een camperbusje. Ik word in een stoel geplant aan een kampeertafel en krijg koud bier en later whisky. Geddes heeft vijf keer de Celtman gedaan, een loodzware triatlon in Schotland. Volgens Kevin is hij een beest.
Vandaag hebben ze samen twee Munro’s beklommen op Skye. Rachel maakte een wandeling met hun geweldige zwarte hondje. Voor Kevin was het een emotionele dag. Hij heeft een verhaal.
Kevin werkt al zijn hele leven offshore. Toen hij in de twintig was kwam hij terug van een lange dienst met twee collega’s. Hij lag achterin de auto te slapen. Ze haalden een truck met hout in maar bij het invoegen werden ze geraakt. De auto vliegt via de berm door de lucht en rolt door de tuin van een Bed en Breakfast. Kevin vliegt meteen uit het raam en klapt hard op het asfalt. Hij kan nauwelijks bewegen maar trekt zich met zijn handen half van de weg terwijl de truck aan komt denderen. De banden van de truck blokkeren bij het remmen. Kevin komt eronder met zijn benen en wordt 100 yards voortgestuwd voordat hij de berm inglipt. De mensen van de Bed en Breakfast hebben een ambulance gebeld maar die raakt door ijs van de weg en er moet een tweede komen. Kevin ligt volledig in de prak, en zijn benen zijn onderlangs naar achteren gevouwen. Zijn bekken is op 13 plekken gebroken en het bloeden is vrijwel niet te stelpen. Het is twijfelachtig of hij het overleeft, laat staan dat hij weer kan lopen. In de ambulance vraagt een broeder aan zijn collega naar gegevens van familie want Kevin is nog niet dood, maar bij aankomst in het ziekenhuis huis waarschijnlijk wel. De collega weet de gegevens niet. Kevin doet zijn zuurstofmasker af en geeft zonder enige aarzeling alle gegevens van zijn moeder en doet zijn masker weer op. Hij is nu 35 operaties verder en heeft een kunstmatige blaas en urineleiders. De talloze littekens getuigen van zijn verleden. Hij laat zich echter niet kennen, weigert dat ze zijn enkel stabiliseren want dat zou betekenen dat hij nooit meer fatsoenlijk kan lopen. Vandaag heeft hij Munro 280 en 281 gelopen en hij moet er nog één. Over drie weken loopt hij zijn laatste Munro en hij is begonnen aan de Corbetts (2.500 – 3000 voet). Kevin belichaamt dat mensen meer kunnen dan ze zelf denken. Hij heeft vechtlust en een ongelooflijk positieve mindset. Zijn laatste Munro gaat ongelooflijk emotioneel worden. Hij loopt hem over drie weken met zijn vriendin als hij terugkomt van zijn offshore-dienst.
Nog diezelfde avond appt hij me zijn adres zodat ik hem tegen die tijd een kaartje kan sturen.
In de kleine uurtjes taaien we af na een heerlijke avond ondanks de alomtegenwoordige midges die ons opvreten. Masr wat is nog een midge na het verhaal van Kevin?










Geef een reactie op Jan Fokke Oosterhof Reactie annuleren