Website under construction

6-9 minuten

to read

Een voorspoedige liftdag ondanks een nonchalante vout

29 mei, dag 58. Liften Crianlarich – Pitlochry.

Ik begin de dag rustig op camping Beinglas. Naast me twee Russiche meiden. Ze zijn een uur aan het inpakken en klaar als ik wakker de tent uitkom. Ik herhaal hun trucje maar dan in vijf minuten waarna ik aan een picknicktafel koffie ga zetten. Met een beetje Smidge op armen en hoofd is het prima uit te houden en ik verwonder me over alle midgenetten die om hoofden zijn getooid.

Na twee uurtjes koffie en schrijven, is het tijd om te gaan liften. Ik loop naar de Drovers Inn, trek mijn rode jasje aan en steek de duim op. Met een noodstop stopt een enorme campervan met twee ruigogende kerels. Het zijn sympathieke mannen en ze gaan naar de blokhut die een van hen heeft. De een is een slager  de ander glaszetter, eerlijke beroepen. Ze hangen aan mijn lippen en willen me volgen. Of ik echt ren? Zij rennen alleen naar de kroeg of het toilet. Ze zetten me af bij de rotonde voor Crianlarich waar ik gisteren ook werd afgezet. Ik kuier het dorpje door en steek de duim weer op bij de bushalte.

Niemand stopt. Heel soms is dat zo. De energie is verkeerd. Ik positioneer me aan een picknicktafel in het park en lees twee uur lang in het boek van Tony Hawks, een Britse cabaretier die na verliezen van een weddenschap in de kroeg in een maand met een koelkast door Ierland lift. Ik heb het boek ooit gelezen maar het gaat vast inspiratie bieden voor het boek over mijn ren- en liftavonturen.

Na twee uur probeer ik het weer. Een zwarte chevy stopt. Een uiterst vervelende vader en dochter. Ze oreren en steeds als ik reageer, praten ze er dwars doorheen over iets anders. ‘Ja, gisteren was het boven ook heet…’ wordt onderbroken met ‘Look, Ben Lawers, I climbed it’. It stop met praten en laat hen hun gang gaan. Ze rijden een stukje voor me om en zetten me af in het pittoreske Killing, al doet de naam anders vermoeden dan pittoresk.

Ik slenter over een prachtige, oude stenen brug en aan de andere kant van dit gezellige gehucht lift ik verder. Een Mini Cooper met drie Londenaren stopt. Een grote kerel kruipt achterin en ik word met rugzakken voorin gepropt. Ook zij hangen aan mijn lippen. Het rennen van 282 bergen spreekt tot de verbeelding en ze willen me allemaal volgen op instagram. Fast Fokkie op zijn Hoka’s verwordt zo tot de protagonist van deze queeste.

Ze zetten me eruit bij de Lakeview cottages. Dit is een prachtige vallei die ik van west naar oost doorlift. Middenin de vallei het prachtige Loch Tay. Mensen poedelen in het water en de hele vallei doet licht en luchtig aan.

De eerste auto die van de cottages komt neemt me mee. Een heerlijk stel, Iain en Morag. Zij rijdt en hij kletst half omgedraaid met me. Alles passeert de revue, waarom ik dit doe, de soms infantiele coronamaatregelen en het feit dat je geluk niet moet uitstellen. Ze hebben de cottages bekeken in verband met een grote familiebijeenkomst met familie van over de hele wereld.

Ik word netjes middenin het centrum van Pitlochry afgezet en zwaaiend nemen we afscheid. Een dag later krijg ik een leuk bericht van ze via Instagram. 

Ik zoek op de telefoon de camping op die mijn twee vrienden Marcel en Erik hebben gereserveerd. Helaas… De camping is dan wel gekoppeld aan Pitlochry, maar hij ligt bij Aberfeldy, een oord waar ik zojuist doorheen ben gelift. Ik moet 8,8 mijl terug. Punt is dat de laatste kilometers over de A9 gingen, een snelweg en dan is terugliften een lastige. Ik word achtergaleten in een dorp en ondervind de gevolgen van mijn nonchalamce. De vraag is of het een ‘fout’ is en hoe je ermee omgaat. De toerist zit vast in zak en as. De avonturier ziet het als de volgende uitdaging op zijn pad. Aldus bestudeer ik de kaart en vind een workaround.

Ik vind een boerenweggetje dat me om de berg naar de camping leidt. Als daar auto’s rijden, stoppen ze vast en zeker kunnen maar één kant uit. Later blijkt ik langs een geweldig droomweggetje mijn weg terug te vinden, een weggetje dat ik anders nooit had aangedaan.

Ik kuier Pitlochry uit via een prachtige, wiebelige hangbrug met zicht op een stuwdam en de rivier. Aan de overzijde volg ik de oever. Een auto, maar na duim opsteken krijg ik van de jongeren een dikke middelvinger. Ik lach vriendelijk. Ik snap ze, deze lokale jongeren die een zwerver langs de weg ontwaren.

De tweede auto is een zwarte chevy met Hamian, een boer. Hij woont ergens halverwege de camping in een oude farm en heeft hout gehaald. We rijden over een prachtig smal bosweggetje en halen twee keer een fietser in. De tweede is een oude grijsaard die maar niet aan de kant gaat op deze smalle strook asfalt. Hamian bromt dat hij de krasse knar op zijn vouwfiets liefst een zetje geeft met de bumper, ‘Idiot! Stop for 10 seconds and let me pass…’ Hamian rijdt verder na zijn boerderij en zet me af op een kruising waar weer verkeer komt. Ik mag de auto pas verlaten als we de Brexit tot in detail hebben geanalyseerd. Hamian is een mooie Schotse knoest.

Meteen stopt Brian, een opa met kleindochter. Binnen een half uurtje ben ik via verkeersarme binnenwegen teruggelift naar de camping waar ik een uur geleden al passeerde. Het kan verkeren. De camping ligt naast enkele stroomversnellingen waar de Schotse nationale selectie traint. De campingeigenaar werkt dan ook voor de Schotse Kayak Federation.

Hij is bijzonder vriendelijk en als ik mijn companen -de beruchte broertjes De Bakker – noem, weet hij meteen over wie ik het heb. Ik word als derde persoon in de boeken gezet en dat betekent dat ik niet voor mijn tent hoef te betalen. Ik mag een grasveldje uitzoeken voor de neus van de camper.

Ik kom echter niet aan de tent toe. Een leuk Schots stel zit worsten te grillen op een BBQ. Ik merk op hoe lekker ze ruiken (niet het stel, de worsten). Hij vraagt of ik een zware dag heb gehad. Ik vertel wat ik heb gedaan, heen en weer liften. Hij zegt dat ik moet gaan zitten en ik krijg een broodje braadworst en een biertje in mijn hand geduwd. En nog een broodje worst. Ondertussen likken hun honden mijn kop schoon en komen tegen me aan liggen. We praten een uur over het leven. Zijn vrouw is door de pandemie overleden en we delen dat je het leven moet leven, NU.

Niet veel later stopt naast hen een ruigogende camper. Een grote kerel stapt uit. Ik zie hem niet want kijk vol tegen de zon in. ‘Jee, I can’t seem to get rid of you!’, zegt de man terwijl hij met uitgestoken hand op me af loopt. Het is de man die samen met zijn vriendin de eetwagen op de camping in Glencoe beheert en die regelmatig curry voor me maakte en alle foto’s van de Aonach Eagach-graat wilde zien. Zo zit ik binnen de kortste keren met drie mensen en drie honden in een kring.

De broertjes De Bakker komen aanrijden en de campingeigenaar heeft ze inmiddels gewaarschuwd dat ik nieuwe vrienden maak en met iedereen klets. Een gezellige boel. Het Schotse stel doekt op. Ze zijn geïnspireerd door mijn rennen, zij herkent, hij schudt me de hand en zegt spottend: ‘Thanks, now I  know I have to kick myself in the butt!’

De broers hebben een beroerde reis achter de rug. De NS, Easyjet en de camperverhuurmaatschappij maakten er een potje van. Het is een mirakel dat ze hier überhaupt zijn. De campermaatschappij bleek een armada aan VW-busjes niet te kunnen verhuren want geen APK. Een lichte chaos op het kantoor. Na drie uur slim onderhandelen weet Marcel er tussenuit te vogelen met een grotere camper waarbij hij beddengoed, opslag en extra kilometers niet hoeft te betalen. Later deze avond krijgt hij ook nog een e-mail die een volledige refund bevestigt. Dat lijkt ons wat stug, maar we proosten op Go Indie- Campervans.

Plaats een reactie

Reliable, Trusted, and Professional Handyperson Services in New Jersey

Address

123 Main Street

Anytown, NJ

07001 United States

Call us

Book via Phone Call

(555) 123-4567

Opening hours

Monday To Friday

09:00 To 6:00 PM

Follow us!

Designed with WordPress.