Website under construction

6-9 minuten

to read

Een nieuwe muts, liften en een wildkameerplek tussen schapenkeutels

22 juli. Dag 112. 104 gedaan. 178 te gaan.

Met al mijn kleren aan was de nacht iets comfortabeler. Heel warm was het niet. Het maakt dat ik al om acht uur wakker ben. Ik draai me nog één keer om en laat de ochtendzon haar werk doen. Dan pak ik de boel op. Het past zo makkelijk in de rugzak dat ik het gevoel heb dat een deel van mijn uitrusting gestolen is. Ik heb echter de afgelopen dagen zeker 10 ontbijtjes en 10 maaltijden weggewerkt en dat scheelt veel.

Ik drink koffie en schrijf mijn boek. De aimabele dame uit de keuken komt afscheid nemen en vraagt of ik vandaag weer omhoog ga. Ze knikt hoofdschuddend als ik het beaam. De jongen bij wie ik afreken, schuift een dikke blauwe muts over de balie met daarop geborduurd ‘Glenshee Ski and Snowboard’. Een geste omdat we elkaar hebben leren waarderen.

Het is weer een staaltje synchronie. Ik ben de muts van Elly kwijt – die heeft inmiddels een nieuwe gemaakt en opgestuurd – en ik heb eerder met deze muts in de hand gestaan en krijg hem nu in de handen geduwd. Sinds ik de weddenschap met Connor heb gewonnen om een biertje hebben ze de crazy Dutch Runner een beetje in de armen gesloten. En ik hen.

De muts gaat over de oren want het is frisjes en ik wandel de vallei in richting het dorpje Spittal of Glenshee. Na ongeveer twee kilometer word ik meegenomen door twee Poolse dames. Ze hebben de drie Munro’s bij het skigebied gedaan en gaan terug naar Glasgow. Ze maken zich echter zorgen om een ongeluk waardoor de weg afgesloten zou zijn. Inderdaad is er een ongeluk met doden en de weg is de hele dag dicht.

Als ze vragen wat ik hier doe en zeg dat ik inmiddels 104 Munro’s heb afgetikt, krijg ik mijn portie bewondering. Als ik voorheen zei 30 dan gebeurde er niks maar inmiddels begint het ergens op te lijken. Ze vragen of ik van Jamie en haar rondje van 31 dagen heb gehoord. Uiteraard, en ik vertel dat het liftend en zonder supportteam mij iets meer tijd kost. Daar weten ze wel een oplossing voor: Als wij nou je supportteam zijn en beneden wijn drinken, dan kan jij mooi rennen. Briljant!

In Spittal word ik eruit gezet en ik slenter via het dorp de vallei in. Rechts een bordje dat ik bij een houten blokhut koffie kan drinken, de Gulabin Lodge. Het is een pittoresk plekje naast een oud kerkje met een kleine begraafplaats. Ik kan het eenvoudigweg niet links laten liggen en het doet denken aan de knusse tentjes in het Sauerland waar ik al 40 jaar kom.

Het terras is beschut door knoestige oude bomen en kijkt uit op de omringende bergen. Binnen een knus hoekje met tafeltje-voor-twee en in de andere hoek een oude fauteuil die meteen uitnodigt te gaan zitten lezen bij kaarslicht. Tim staat op het terras te schuren en we raken direct verwikkeld in een conversatie over bergen, literatuur en natuurbeleving.

De blokhut herbergt een koffietentje, een kantoortje en een slaapkamer en belichaamt het tiny house dat ik ooit wil bouwen. Er staat een groot wit gebouw naast dat onderdak biedt aan 38 (ski)gasten en Tim en zijn vrouw Hrllen wonen zelf in de blokhut aan de andere kant van dat pand.

Tim vertelt dat de weg hier in de winter goed sneeuwvrij wordt gehouden, maar desalniettemin moet je op alles voorbereid zijn. Bomen waaien om, stroom valt uit en de weg kan afgesloten zijn. Hij is bijzonder te spreken over de gemeenschap die elkaar steunt. De een maakt warme drankjes voor iedereen als het koud is, de ander heeft een generator en de derde een zaagmachine om bomen te verwijderen.

Ondertussen sluit een kerel met markante grijze baard aan met zijn vrouw. Ik herken zijn baard van het liften. Hij reed me voorbij en reed zich vervolgens vast in de file voor het ongeluk. Later sluiten nog meer mensen aan die zich allemaal hebben vastgereden.

Baardmans vertelt dat je inderdaad op alles moet voorbereid zijn hier. Als je pech hebt is het 120 mijl naar het volgende tankstation. Zo reed hij hier in de winter en had op één dag een thunderstorm, en toen nog een, en nog een en twee landslides met afgesloten wegen. Tim knikt instemmend.

Tim heeft afgelopen week, toen ik niet ging klimmen vanwege het weer, met zijn zoon de Ben Macdui gedaan. Hij beschrijft hoe het zicht uitstekend was en binnen 90 seconden reduceerde tor vier meter, met winden tot wel 80 kilometer per uur en horizontaal inslaande regen. Ze moesten zich op kompas zien te redden.

Gezien mijn liefde voor de bergen raad Tim met het boek ‘The Living Mountain’ aan dat zijn leven veranderd heeft. Het boek is geschreven door Nan Shepherd net na de Tweede Wereldoorlog. Ze beschrijft haar ontmoetingen met de Cairngorms als een vriendschap die zich ontwikkelt en ze leert haar vriend steeds beter kennen. Het boek werd door uitgevers weggenomen omdat het zijn tijd ver vooruit was. In 1978 vindt Shepherd het terug in haar bureaulade en biedt het opnieuw aan.

Nu zijn uitgevers enthousiast want de spirituele band met de natuur past veel beter bij de tijdsgeest. Het boek is inmiddels een begrip onder iedereen die in en om de Cairngorms leeft. Het gaat op de boekenbucket.

Ik raak kort in gesprek met Steward die met zijn vrouw een week in Schotland is en net terugkomt van de Orkneys. Hij uit zijn verbazing dat zijn zoon van 18 liever een week met vrienden naar Griekenland gaat dan dat hij met zijn ouders
Neolithical burrying sites gaat bekijken in de Orkneys. Hij is bloedserieus als hij het zegt. Ik ben minder verwonderd en stamel iets met ‘women’ en ‘booze’. Het komt niet aan.

Ik neem hartelijk afscheid van Tim en Hellen en bedank ze voor het gezellige onderhoud waarna ik weer op pad ga. Tim adviseert me de vallei in te lopen en na het Dalmunzie Estate links te houden. Ik zal na ongeveer een uur en tien minuten lopen een ruïne treffen waar ik perfect kan wildkamperen.

Vrolijk slenter ik de vallei in die me steeds dieper de wildernis invoert. Ik heb de oortjes in en zing hardop met mijn nieuwe Glenshee-muts op de kop. Overal om me heen herten op de flanken en dikke reigers vliegen op als ik ze passeer.

Na een half uur tref ik Dalmunzie House Hotel, een kasteel met daaromheen oude sparren en een golfbaan. Ik slenter naar binnen en mag een biertje drinken in de immense lounge waar hertenkoppen uit de muur steken en grote Chesterfields de gasten comfort bieden.

Ook het hotel ondervindt de gevolgen van het ongeluk. De meeste gasten kunnen niet komen want de weg is zeker acht uren dicht en omrijden betekent dat mensen helemaal om de Cairngorms heen moeten rijden via Aviemore en Braemar. Later blijkt ook daar een ongeluk te gebeuren waarmee dit deel van Schotland is afgesloten van de rest van de wereld. Het meisje belt tot ze geen stem meer heeft. Welkom in de wildernis.

Tegen de avond vertrek ik en kuier verder het dal in. Ik tref een familie en die schat dat het 40 minuten is naar de ruïne van de Hunting Lodge. Het voelt als veel langer en drie keer moet ik de rivier doorwaden en sta tot over de enkels on het koude water.

De eerste keer probeer ik het nog met droge voeten. Ik werp mijn rugzak met een slinger naar de overkant om later te constateren dat mijn spork doormidden is. Het is de reden dat ik zo min mogelijk breekbare spullen bij me wil hebben, dus ook geen e-reader. Alles dat kapot kan, beperkt je in je vrijheid.

Dan eindelijk doemen in een kom de restanten van de lodge op. Enkele overblijfselen van muren met daartussen zachtgroen gras dat door de schapen is kaalgevreten. Schapen eten namelijk gras en… kakken zich het ongans. Ik struin om de ruïne heen naar een poepvrije plek maar vind er geen.

Niet veel later sta ik met mijn zeiknatte HOKA’s schapenkeutels weg te schoppen in een ruïne. Dit is een zin waarvan ik nooit gedacht had hem ooit te zullen bezigen.

Om exact 22.22 uur staat mijn tent en lig ik in mijn slaapzak mijn potje te koken terwijl ik uitkijk over de vallei waardoor ik net ben komen aanlopen. Dit is een prachtige plek, diep in de vallei zodat de aanklim naar de volgende drie Munro’s morgen niet al te lang is.

Eén reactie

  1. Keep pushing Jan Fokke, echt geweldig om je ervaringen te lezen!

    Like

Plaats een reactie

Reliable, Trusted, and Professional Handyperson Services in New Jersey

Address

123 Main Street

Anytown, NJ

07001 United States

Call us

Book via Phone Call

(555) 123-4567

Opening hours

Monday To Friday

09:00 To 6:00 PM

Follow us!

Designed with WordPress.