Website under construction

8-12 minuten

to read

Ben More; a route sadistic sergeant-major would choose to break his raw recruits

28 mei. Dag 58. Munro 54, 55, 56, 57

54. Sgiath Chuil (921m), corner wing
55. Meall Glas (959m), rounded green-grey hill
56. Ben More (1.174m), big hill
57. Stob Binnein (1.165m), peak of the anvil

Mijn dag begint vroeg. Binnenkort – 15 juni – moet ik een paar dagen naar Nederland voor werk. Ik wil eigenlijk voordien de eerste 82 bergen hebben afgetikt zodat er nog maar 200 over zijn. Aldus zet ik er vandaag acht op het programma. Er zijn drie lusjes met twee bergen nabij de camping en één lusje met twee bergen iets verder weg.

Ik wil beginnen met dat laatste lusje en me dan naar de camping toewerken. Doorsteken maken die niet in mijn boekje staan en bergen aan elkaar knopen op eigen inzicht.

De camping ligt aan een drukke weg en liften voor de camping is simpelweg onmoglijk. Ik loop een paar honderd meter terug naar de Drovers Inn, volgens de intimi the most haunted place in Schotland. Het is een heel oud pand dat overal is doorgezakt en een befaamde pleisterplaats voor de hikers van de West Highland Way.

Ik steek de duim op aan de overkant van de weg. Eigenlijk kan je er niet goed stoppen maar daar heeft Matthew geen boodschap aan. Hij zet zijn dikke SUV gewoon knalhard middenop de weg en laat me instappen. Hij hiket niet meer want heeft slechte knieën dus hij gaat duiken in Ballachulish vlakbij Glencoe village. Hij zet me eruit op de rotonde voor het dorp Crianlarich.

Vroeger liep de hoofdweg door het dorp maar nu is er een nieuwe rondweg die vanaf de rotonde loopt. Ik kuier de oude weg af die nu totaal verlaten is. Het dorp is lieflijk rustig vergeleken met vroeger toen het verkeer af en aan reed en vertraagde vanwege de smalle spoortunnel in het dorp. Ik kom langs rode houten huisjes met prachtige voortuinen en waan me in Zweden. Net na het spoor de youth hostel waar ik met vriend Niels nog wel eens geslapen heb. In de slaapzaal een oude baas die na ettelijke whisky’s snurkte als een op zichzelf staande houtzagerij. We schudden hem door elkaar en sloegen hem maar hij was niet wakker te krijgen. We sleepten onze matrassen naar de gang voor de receptie maar het mocht niet baten, ook daar lagen we wakker van de zaaggeluiden. De volgende ochtend probeerden we tevergeefs ons geld terug te krijgen. De oude baas kreeg de wind van voren maar was nog te ver heen om dat binnen te laten komen.

Na de youth hostel de stationswinkel, een piepklein supermarktje gerund door een vriendelijke oude dame. Ik koop een reep chocolade, twee mierzoete gebakjes en een kop verse koffie. Die laatste geniet ik in de volle zon. Een gejaagde geest zou zeggen dat ik daarmee potentiële liftgevers voorbij zie trekken maar er is een tijd van koffie drinken en een tijd van liften. Aldus drink ik mijn koffie en als ik de duim opsteek, stopt de eerste auto.

Twee oude kerels hebben gehiket in Glencoe en laten me instappen onder het motto dat hikers elkaar steunen. En zo is het. Ik zit met opgetrokken benen op rugzakken en jacks met mijn rugzak over me heen. De gordel sluit niet dus mijn rugzak us de airbag. Vier kilometer later zetten ze me af bij het weggetje dat naar mijn bergen leidt.

Vol goede moed jog ik weg in de volle zon. Ik passeer een witte boerderij en een schuur om daarna langs een boomplantage de klim te beginnen. Het is een vloeiend pad dat me helemaal langs de plantage naar een kleine dam voert waarna ik rechtsaf sla en recht tegen de flanken van de eerste berg opga, de Sgiath Chuil. Hij lijkt te bestaan uit twee toppen maar als ik in het zadel ben, zie ik dat de linker vele malen hoger is. De vergezichten zijn adembenemend met in de verte Crianlarich en het dorpje Tyndrum. Ik overzie een aantal etappes van de West Highland Way.

Na de top moet ik over de graat afdalen naar een klein zadel van waaruit een pad 300 meter afdaalt naar de vallei van waaruit ik de tweede berg kan beklimmen. Er is – uiteraard – geen pad dus ik laat me via heide en gras de vallei in vallen. Het is een prachtig exemplaar bsn een vallei en het kost geen enkele moeite de gigantische gletsjer in te beelden die deze kom heeft uitgeschraapt.

Aan de overzijde een steil klimmetje dat me naar een grasrug brengt. Hier is het heerlijk rennen en ik maak een filmpje. Rennen on top of the world. Ik heb contact met iemand die trailtrips naar Schotland organiseert en dit wordt één van mijn tips.

Voor ik het weet, sta ik op Meall Glas, Munro 55. Een gezellige groep siert de top. We chatten en ze blijken van de Ben Wyvis hillwalking club. Ik vertel dat ik daar mijn pr heb gelopen met 2.21. Ze zijn onder de indruk maar een ouder teamlid merkt op ‘I conceived my daughter on the summit!’ Hilariteit alom. Hij bedoelt dat hij op de top met zijn vrouw besloot tot een kind. Een jongere kerel, Sean, vliegt met zijn drone. Ik krijg zijn gegevens en mag beelden van hem gebruiken in de documentaire die ik later van dit project wil maken. Voor ik het weet krijg ik een buff van de walking club in mijn handen gedrukt. Ik beloof plechtig foto’s te maken en ze te noemen in mijn blog en boek. Bij deze: Thanks, Sean and associates! Een fijne ontmoeting met heerlijke mensen.

Ik ren de top af zonder zelfs maar te zoeken naar een pad en knal gewoon door de heide naar het dal waar ik de rivier moet volgen. Een voorspoedige afdaling en na precies vier uur sta ik twee Munro’s verder weer aan de weg. Er staat een eenzame stoel die ik gebruik voor de lunch. Ik installeer de brander om een heerlijke risotto van Expedition Foods te bereiden. Helaas. Ik heb een gasfless gekocht die niet op mijn brander aansluit. Je hebt schoeftuiten en priktuiten. Ik heb een schroefbrander en uiteraard is dit een prikgasfles.

Bij economie leerde ik dat concurrentie goed is. Als consument heb je meer keus en producenten gaan meer hun best doen om elkaar af te troeven wat ook weer goed is voor jou als consument. Dat is onzin. Je hebt niks aan dit verhaaltje als je twee identieke gasflessen in een winkel naast elkaar ziet staan waarvan de aansluiting is afgeseald en je in the middle of nowhere met de verkeerde fles zit. Het is hetzelfde geneuzel als telefoontjes met verschillende laadkabeltjes of concurrentie op het spoor. Je hebt er geen reet aan. Soms is een monopolie of een wettelijk afgedwongen standaard het beste.

Mijn lunch bestaat dus uit een mok koude koffie met klonten en een gebakje. Dat heet in oplossingen denken. Praktisch gezien wordt het lopen van acht Munro’s op een lege maag een uitdaging van formaat. Ik pak vloekend mijn bullen en doorrr…

Het eerste busje neemt me vier kilometer mee naar de aanklim van de Ben More. Het is een Belgisch stel dat een deel van de West Highland Way gaat lopen. Als ik vertel dat ik hem drie keer liep, hangen ze aan mijn lippen. Voor we het weten, moet ik er alweer uit.

De Ben More. Diezelfde avond vertellen een liftgever en mijn disgenoot: ‘It’s a beast!’ Dat is het. De Ben More rijst als een perfecte vulkaankoon omhoog en de piramide is van heinde en verre te zien als de heerser over het gebied. Vanaf de Ben More Farm aan de weg begint de klim direct om niet meer te stoppen. Dit is een klim van 1.165 meter zonder enig rustmoment met een hellingspercentage van 41,7%. Mensen zijn bij minder omgevallen. Het boekje omschrijft het prachtig: ‘Time to get those calve muscles working!’ Een Instagrammer bericht me dat haar gidsje meldt: ‘This is the sort of route a sadistic sergeant-major would choose to break his raw recruits…’

De Ben More is een test van mentale hardheid. Je ritme vinden en de ene voet voor de ander blijven zetten. Halverwege komt een aantrekkelijk trailrunster naar beneden. We constateren dat je hier niet op en niet neer kan rennen en we verzanden in de slappe lach. Bij afscheid een: ‘Run Forrest Run!’ Wij weten beter.

De Ben More sloopt me. Zonder lunch is dit teveel van het goede en ik laat al snel plannen voor nog twee of meer Munro’s varen. Pas de laatste 50 meter bolt de top af en zie ik de cairn. Daarvoor werk ik me omhoog tegen een nimmer eindigende helling. Ik haal menig wanhopend klimmer in. Er zijn twee opties, door of terug. Dit in de wetenschap dat je sowieso dit hele steile eind weer mag afdalen.

Op de top doemt Munro vier van vandaag op, de Stob Binnein, een aantrekkelijke groene punt waar een mooi pad tegenop zigzagt. Voor ik het weet, ren ik dan ook al 300 meter naar beneden naar het zadel. Onderweg een praatje met een tanige kerel die zijn mountainbike de Ben More optorst. Eindelijk, nog een gekkie. We grijnzen en wensen elkaar een behouden vaart.

Vanuit het zadel werk ik me omhoog en tik nummer vier aan. Ik heb prachtig zicht op de berg die ik eerder met de vriendin van mijn vader beklom. Sowieso overzie je hier de hele zuidelijk Hooglanden waaronder de Trossachs, het gebied rondom Loch Lomond.

Ondanks de vermoeienissen van Ben More weet ik er één lange hardloopsessie naar beneden uit te persen. Ik haal een groep Russische klimmers in. Vlak daarna vervolg ik niet het pad, maar trek een kompasstand door de verende heide naar een weggetje beneden in de vallei. Ze blijven in vertwijfeling achter, niet wetend wat te doen. Ik zie ze ongeveer op dezelfde plek als ik een kwartier later 400 meter lager over het weggetje terug naar de hoofdweg ren.

Vabdaag was een monsterdag van 8,5 uur. Twee keer een klim van zeeniveau naar toppen, met 2.450 hoogtemeters waaronder het beest Ben More. Ik zou meer toppen willen doen maar dan maak ik dagen van 12 uur of meer en dat is voor mij teveel van het goede. Nog los van het feit dat ik terug moet liften.

Ik wandel naar Crianlarich en geniet van een biertje op het terras van een hotel. Ik raak in gesprek met een Belgische kerel, Melchior. Vrienden van hem hebben tijdens de studie alle hoogste toppen van alle Europese landen liftend gedaan. Ze schreven het boek Over de Top. Na horen van mijn verhaal staat Melchior erop me het boek toe te sturen.

Vandaag is weer een dag van bijzondere ontmoetingen. Ik krijg een buff en een boek. We nemen afscheid en ik beloof hem mijn boek toe te sturen.

Ik loop het dorp door naar de rotonde waar ik vanochtend werd afgezet. De duim is nog niet omhoog of ik zit in de auto bij berggids Andrew. Hij heeft net met een groep de Kintail ridge gedaan, een tocht over zeven Munro’s. Hij heeft veel gelift vroeger in Marokko en laat nooit lifters staan. Daar ben ik hem dankbaar voor want tien minuten later ben ik op mijn camping en zit mijn potje te koken. Vandaag was een goede dag. Ik tel mijn zegeningen. En mijn Munro’s…

Plaats een reactie

Reliable, Trusted, and Professional Handyperson Services in New Jersey

Address

123 Main Street

Anytown, NJ

07001 United States

Call us

Book via Phone Call

(555) 123-4567

Opening hours

Monday To Friday

09:00 To 6:00 PM

Follow us!

Designed with WordPress.